Drama in Overloon: ‘Wat hij mij heeft aangedaan, is monsterlijk”
DEN BOSCH – Een 21-jarige man moest zich maandagmiddag voor de rechtbank verantwoorden voor poging doodslag op en mishandeling van zijn ex-partner in Overloon. Omdat de rechtbank dubbelonderzoek door psychiater en psycholoog nodig vindt, is de zaak maar deels behandeld tijdens deze zitting.
“Sinds de dag dat hij zijn ware gezicht liet zien, is mijn leven nooit meer hetzelfde geweest. Eén maart was de ergste dag uit mijn leven. Ik ben urenlang mishandeld, vernederd en gewurgd. Het was de hel.” Zo begint het slachtoffer haar emotionele verklaring. “Ik leefde constant in angst, voor zijn woede en zijn handen. Door hem ben ik mezelf kwijtgeraakt. Mijn baan, mijn leerplek, mijn gevoel van veiligheid, mijn woning. Eigenlijk alles waar ik trots op was. Wat hij mij heeft aangedaan is monsterlijk. Wat zijn straf ook zal zijn, hij zal nooit dezelfde littekens dragen van een leven dat is kapot gemaakt. Hij zei vaak tegen mij: we zullen zien wij het laatste lacht. Op een dag, al duurt het nog lang, zal ik weer lachen en dat zal de dag zijn dat hij definitief verliest.”
Tegenstrijdige verklaringen over wat er gebeurde
De verdachte zegt het vervelend te vinden dat zijn ex zich nu zo voelt en dat hij spijt heeft. Maar ook dat hij het jammer vindt dat zij niet de waarheid vertelt, zoals hijzelf wel doet. Zijn versie van wat er die nacht gebeurde, wijkt sterk af van haar versie. Volgens de verdachte hadden ze ruzie omdat hij het gevoel had dat ze iets voor hem verzweeg. Hij zou haar geslagen hebben op haar bovenarmen en één keer kort bij de keel gegrepen. Ook had hij haar haren afgeknipt omdat hij zich uitgedaagd voelde door haar. Na de ruzie ging hij naar de keuken om vissticks te bakken. Zij pakte zijn arm en smeekte om haar niet te verlaten. Daarbij viel er per ongeluk hete olie op haar hand.
Openbaar Ministerie: olie bewust over slachtoffer gegoten
Het verhaal van het slachtoffer, volgens het Openbaar Ministerie onderbouwd door de bevindingen van artsen, is een stuk ernstiger. Zij was na de ruzie, die uren duurde, bont en blauw en de verdachte zou haar continu gewurgd hebben. Op foto’s zouden vele striemen, schrammen en bloeduitstortingen in de hals te zien zijn. Bovendien knoeide hij geen olie, maar zette hij doelbewust olie op het vuur om die vervolgens over haar heen te gooien. Het leverde haar eerste- en tweedegraads brandwonden op haar heupen, rug en zij op. De inwendige littekens zijn volgens haar echter het grootste. Ze heeft PTSS overgehouden aan die ‘helse’ nacht.
Reclassering ziet risico op herhaling
Hoewel de rechtszaak eigenlijk volledig zou worden afgehandeld tijdens deze zitting, gebeurde dat niet. De reclassering ziet een groot risico op herhaling en daarnaast een groot risico op het onttrekken aan eventuele voorwaarden. Maar een duidelijk advies kunnen ze eigenlijk niet geven, omdat de verdachte niet mee wilde werken aan een onderzoek. Volgens de reclassering heeft hij de ten laste gelegde feiten wel gedeeltelijk bekend, maar legt hij de oorzaak buiten zichzelf en bagatelliseert hij de feiten. Zowel het Openbaar Ministerie als de rechtbank achtten een gedegen onderzoek wenselijk om de zaak goed te kunnen behandelen. Dat een deel van de rechtszaak nu al is behandeld, was voor het slachtoffer. Zij had een zware tijd gehad in de voorbereiding op deze dag en zou dat anders nog een keer moeten doormaken.
De rechtszaak gaat dus op een later moment verder, wanneer het psychologisch en psychiatrisch onderzoek is afgerond. Tot die tijd blijft de verdachte in voorlopige hechtenis.
