15-jarige frietkraamondernemer Stevensbeek krijgt arbeidsinspectie op haar dak
STEVENSBEEK – Vorige week vertelde Jasmijn Hendriks nog vrolijk in De Gelderlander over haar eigen frietkraam, een week later is er al minder reden tot vreugde. De arbeidsinspectie komt donderdag bij de 15-jarige onderneemster langs omdat ze te jong zou zijn om dit werk te mogen doen. De familie reageert ontzet, maar ook strijdbaar.
Jasmijn spaarde zelf om haar frietkar, die ze De Vetkei noemde, een half jaar geleden te kunnen kopen. Ze kwam op het idee omdat er in Stevensbeek nog niets vergelijkbaars was. De publiciteit voor haar initiatief, waaronder een filmpje dat twee miljoen keer bekeken is, lijkt nu echter averechts te werken. Dat betreurt ze: “Het is jammer dat andere mensen denken te bepalen wat ik wel en niet zou mogen doen. Wat mij betreft is dat vooral aan mijn ouders. Voordat ik begon, heb ik natuurlijk wel gekeken wat de regels zijn, maar daarbij heb ik nergens een minimumleeftijd gezien.”
Trieste wereld
Vader Leon Hendriks vermoed dat iemand de arbeidsinspectie getipt heeft. “Betweters die waarschijnlijk niet eens uit de omgeving komen. In wat voor trieste wereld leven als er mensen op deze aardkloot zijn die zelfs een meisje van 15 niks gunnen, terwijl ze er niets mee te maken hebben. Ik vind in ieder geval dat ze verantwoordelijk genoeg en prima in staat is om zelf te frituren. Bovendien heeft ze zich kunnen inschrijven bij de Kamer van Koophandel, weet de Belastingdienst haar te vinden voor de btw-aangifte en heeft de gemeente uitstekend meegewerkt om haar van een standplaats te voorzien bij De Korenaer.”
Genoeg hulp
De 15-jarige runt de frietkraam op vrijdag na school en op zaterdag en zondag. Het ziet er naar uit dat ze dat voorlopig niet zal mogen doen, in ieder geval tot ze 16 is. “Dat is over twee maanden”, vertelt haar vader. “Nou, dan ga ik er wel twee maanden staan frituren, hoor. En bovendien heeft Jasmijn nog een oudere broer en twee zussen die boven de zestien zijn. Doorgaan doet ze toch wel.” Dat beaamt ze zelf ook: “Dit weekend ga ik er hoe dan ook staan. Ik heb genoeg mensen die me willen helpen. Ook uit het dorp, waar mensen echt willen dat ik kan blijven staan met de frietkar. Dat vind ik heel fijn en mooi om te zien.”
