Taakstraf geëist tegen Hapsenaar voor drugszaken en wapenbezit
DEN BOSCH – Een 29-jarige man uit Haps (S.) en een 33-jarige man uit Zeeland (O.) stonden dinsdagochtend voor de rechtbank op verdenking van drugshandel. De man uit Zeeland wordt ook verdacht van het in bezit hebben van een wapen en munitie.
De zaak kwam al in 2020 aan het rollen toen er bij de politie berichten binnenkwamen dat O. mogelijk drugs zou handelen. De politie besloot hem in de gaten te houden en tijdens een actiedag zagen ze O. bij S. in de auto stappen. Ze reden naar meerdere adressen in Cuijk, waar beide mannen toen woonden, waar kort iemand in de auto stapte. Deze personen werden daarna staande gehouden door de politie en verklaarden cocaïne te hebben gekocht van de bestuurder (S.). Hierop werden de mannen aangehouden en vond er onderzoek in hun woningen plaats. Bij beide mannen werd nog meer drugs aangetroffen en bij O. ook een vuurwapen met munitie.
Overgebracht naar Bosnië
S. gaf voor de rechtbank toe de drugs te hebben verkocht. “In coronatijd ging het niet zo goed met me en blowde ik. Ik zorgde ook voor mijn oma tot zij overleed. Ze werd overgebracht naar Bosnië om begraven te worden, maar door corona kon ik daar niet bij zijn. Dat heeft heel veel impact gehad. Vanaf dat moment heb ik slechte keuzes gemaakt die niet goed te praten zijn en waar ik veel spijt van heb.” S. blowde nog meer en ging ook cocaïne gebruiken. Om zijn drugsgebruik te bekostigen, ging hij zelf ook drugs verkopen.
Geen drugsdealer
O. daarentegen zegt van niets te weten. “Mag ik niet gewoon bij een kennis in de auto zitten? Ik weet niets van drugs die gedeald zijn. De drugs en het vuurwapen in mijn woning waren door een andere kennis in bewaring gegeven. Het zat allemaal in een doos en ik wist alleen van het wapen. Waar ik van wordt verdacht, klopt gewoon niet. Ik ben geen drugsdealer. Ik leefde toen in een slechte omgeving, maar heb nu geen contact meer met die mensen.”
Goede voorbeeld geven
Sinds de aanhouding hebben de mannen hard gewerkt aan een nieuw leven. S. verklaarde dat het nu goed met hem gaat. “Ik ben werkzaam als begeleider in de gehandicaptenzorg en studeer. Ik ben inmiddels al vier jaar en zeven maanden clean. Ik maak nu de juiste keuzes en ben ook niet meer in aanraking gekomen met politie. Dit is de eerste en laatste keer dat ik voor de rechter zit. Ik heb mijn moeder en broertje en zusje veel pijn gedaan en dat heeft mijn ogen geopend. Ik wil nooit meer in zo’n situatie komen, maar juist het goede voorbeeld geven. Ik heb spijt van wat er is gebeurd en wil graag verder met de toekomst. Ik heb het nu goed op de rit en zal hier nooit meer terugkomen.”
Zonder werk
Ook O. volgt een opleiding en zegt dat het nu naar omstandigheden prima gaat. “Ik heb destijds mijn woning moeten verlaten vanwege de aangetroffen drugs. Ik moest terug naar mijn ouders en was in die periode ook mijn rijbewijs kwijt vanwege blowen. Daarom zat ik toen ook zonder werk. Nu ben ik getrouwd en volg ik een opleiding social work.”
Beide mannen geven aan dat een gevangenisstraf alles kapot zou maken wat ze nu aan het opbouwen zijn. Dat ziet ook de Officier van Justitie, die tegen beide mannen een taakstraf van 240 uur eist. Voor de drugshandel van O. vraagt hij vrijspraak, omdat de bewijslast te mager is.
De rechtbank doet op 9 december uitspraak.