Hoornaars nemen uilennestkast over in Molenheidse bossen
LAND VAN CUIJK - In de Molenheidse bossen bij Wilbertoord is een uilennestkast onverwacht in gebruik genomen door een volk van gewone hoornaars. Dat vertelde nestkastenspecialist Huub Thoonen zondag in het radioprogramma Plein 33. Volgens Thoonen is dat geen reden tot zorg, integendeel: “De hoornaar is een buitengewoon nuttig dier in ons ecosysteem.”
Van steenuil naar hoornaar
De kast in kwestie was geplaatst voor bosuilen, maar bleek inmiddels vol te zitten met hoornaars. Voor Thoonen, die al bijna 45 jaar actief is met het ontwerpen en ophangen van nestkasten, was dat een opvallende maar niet zorgwekkende ontdekking.
“Mensen schrikken vaak van hoornaars, omdat ze groot zijn en een indrukwekkende zoem laten horen,” legt hij uit. “Maar zolang je het nest met rust laat, zijn ze absoluut niet gevaarlijk. Bovendien vangen ze vliegen, muggen, motvlinders en zelfs de beruchte eikenprocessierups. Ze ruimen dus allerlei ongedierte op dat wij juist liever kwijt dan rijk zijn." Hij ruimt de nest op in de winter.
Verwarring met Aziatische horenaar
Toch worden hoornaars regelmatig bestreden, vaak uit angst. Volgens Thoonen komt dat door verwarring met de Aziatische horenaar, een invasieve exoot die zich ook in Nederland steeds vaker laat zien. “De Aziatische horenaar is veel agressiever en vormt een gevaar voor honingbijen. Die soort moet je wél bestrijden. Maar de gewone horenaar hoort gewoon bij onze natuur en verdient bescherming.”
Het onderscheid zit in de kleur: de gewone horenaar heeft een geel achterlijf, terwijl de Aziatische variant oranje- tot roodachtig is en iets groter van formaat.
Een leven in het teken van nestkasten
Tijdens het gesprek in Plein 33 vertelde Thoonen ook over zijn jarenlange werk met nestkasten. Wat begon met een zelfgetimmerde steenuilenkast in de jaren zeventig, groeide uit tot de ontwikkeling van de bekende ‘Thoonen Steenuilenkast’, die door heel Nederland wordt gebruikt.
“Ik heb in die tijd veel moeten leren door simpelweg te proberen,” zegt hij lachend. “Mijn allereerste kast was eigenlijk helemaal verkeerd gebouwd. Maar tot mijn verbazing zat er toch binnen drie dagen een steenuil in. Vanaf dat moment ben ik modellen gaan verbeteren en doorontwikkelen, totdat er een betrouwbaar ontwerp was.”
Naast kasten voor uilen ontwikkelt Thoonen tegenwoordig ook modellen voor vleermuizen, boomkruipers en gierzwaluwen. Daarmee helpt hij onder meer boeren die kampen met muizenplagen. “Een torenvalk of steenuil jaagt anderhalve kilometer rond een boerderij. Zo’n natuurlijke muizenbestrijder is veel effectiever en schoner dan vergif, dat bovendien schadelijk is voor vogels zelf.”
Een pleidooi voor de natuur
Het gesprek ging ook over bredere natuurvraagstukken, zoals de bestrijding van de eikenprocessierups en de gevolgen van klimaatverandering. Volgens Thoonen zouden gemeenten en natuurorganisaties vaker moeten vertrouwen op de natuur zelf.
“Het gebruik van pesticiden tegen de processierups doodt ook talloze andere insecten. Terwijl er natuurlijke vijanden zijn, zoals hoornaars, mezen en spreeuwen. Door hen ruimte te geven, pakken we het probleem veel duurzamer aan.”
Daarnaast uitte hij kritiek op het grootschalig kappen van bomen in natuurgebieden. “Bomen zijn onze longen. We moeten ze koesteren in plaats van ze weg te zagen onder het mom van beheer. Anders houden we straks bossen zonder vogels over.”
Uilen even opzij
Voorlopig moet de bosuil in de Molenheidse bossen dus even plaatsmaken voor een ander type bewoner. Maar Thoonen ziet daar vooral de schoonheid van in. “De natuur zoekt haar eigen weg. Dat een uilennestkast wordt overgenomen door hoornaars laat zien hoe vindingrijk en flexibel het ecosysteem is. En wij kunnen daar veel van leren.”