Vrouw veroordeeld voor dodelijk ongeval in Sint Antonis
SINT ANTONIS – De rechtbank van ’s-Hertogenbosch heeft een 41-jarige vrouw uit Nijmegen veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf, waarvan één jaar voorwaardelijk, voor het aanrijden van de 14-jarige Esmee Hoessen uit Sint Anthonis. Daarnaast legde de rechter een voorwaardelijke straf op en verplichtte een behandeling vanwege alcohol- en drugsgebruik. Ook geldt een rijverbod van vijf jaar.
Misdaadverslaggever Rob Noy zei in De Ochtendclub: “Twee jaar cel klinkt fors, maar omdat ze onder invloed was en bovendien een strafblad heeft, vindt de rechtbank dit passend.”
Straf en aanvullende maatregelen
De vrouw zit sinds december vorig jaar vast en moet daardoor nog ongeveer drie maanden uitzitten. Daarna begint de verplichte behandeling in een forensische kliniek, die deels ambulant kan worden gevolgd. Ook moet ze een eerder opgelegde voorwaardelijke straf van vijf weken alsnog uitzitten. Verder gelden strikte alcohol- en drugsverboden.
Ook hield de rechter bij het bepalen van de straf rekening met het verleden van de vrouw. Ze is al meerdere keren veroordeeld voor rijden onder invloed van alcohol en drugs en voor rijden zonder rijbewijs. Voor dat laatste stond ze zelfs nog onder toezicht toen het ongeval gebeurde. Daarnaast kreeg ze in het verleden ook straffen voor andere misdrijven, waaronder geweld.
Reden voor strafhoogte
Volgens Noy speelde mee dat de vrouw onder invloed van amfetamine was tijdens het incident. Getuigen zagen het meisje, maar de vrouw verklaarde haar niet gezien te hebben, ondanks honderden meters zicht. “Dat weegt zwaar mee, samen met haar strafblad. Normaal ligt de straf voor dit soort zaken veel lager, maar nu is die bewust verzwaard”, licht Noy toe.
De rechtbank zegt dat er geen sprake was van opzet om Esmee Hoessen van het leven te beroven. De eis van het Openbaar Ministerie om TBS op te leggen werd afgewezen, omdat deskundigen dat niet noodzakelijk achtten.
Vervolg en hoger beroep
Zowel de officier van justitie als de verdachte kunnen binnen twee weken in beroep gaan. Noy verwacht dat, als er geen hoger beroep komt, de vrouw begin volgend jaar gedeeltelijk op vrije voeten kan komen, met behandeling en voorwaarden die blijven gelden.
