Rechtbank bepaalt verdere koers in schadezaak Scheepswerf Grave
GRAVE – De rechtbank heeft een tussenstap gezet in de juridische procedure rond de schadeclaim van de failliete Scheepswerf Grave tegen de voormalige gemeente Grave. Op 11 juni is besloten dat de curator aanvullende stukken moet overleggen. De definitieve uitspraak in de zaak wordt pas over een jaar of langer verwacht.
Rechtbank dwingt openheid over misgelopen opdrachten
In 2020 oordeelde de Hoge Raad dat de voormalige gemeente Grave onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de scheepswerf. Die uitspraak leidde eind 2024 tot het opstarten van een schadestaatprocedure bij de rechtbank, waarin wordt bepaald of en in hoeverre de gemeente verantwoordelijk is voor de schade die het bedrijf zegt te hebben geleden.
De zaak bevindt zich nu in een tussentijdse fase. Op verzoek van de gemeente heeft de rechtbank de curator van de failliete werf verplicht om stukken over te leggen over gemiste opdrachten van een riviercruisemaatschappij. Die informatie is volgens de gemeente nodig om de hoogte van de schade te kunnen betwisten. De curator moet de stukken binnen dertig dagen aanleveren.
Zitting en eindvonnis volgen later
Na bestudering van alle processtukken zal de rechtbank waarschijnlijk een zitting plannen, vermoedelijk in het najaar van 2025 of later. Tijdens die zitting, die vooral juridisch van aard zal zijn, kunnen de partijen ook proberen om onderling tot een schikking te komen. Als dat niet lukt, zal de rechtbank uiteindelijk een eindvonnis wijzen. Dit kan nog zeker één tot anderhalf jaar duren.
Jarenlange procedure bij bezwaar
Mocht een van beide partijen het niet eens zijn met het eindvonnis, dan kan hoger beroep worden ingesteld. Daarna volgt eventueel nog cassatie bij de Hoge Raad. Als het geschil tot het hoogste juridische niveau wordt uitgevochten, kan de volledige procedure tot wel vijf jaar duren.
