Aanleg natuurgeulen Milsbeekse uiterwaard stopgezet
REGIO – Het plan om natuurgeulen aan te leggen in de Milsbeekse uiterwaard gaat niet door. Het onderdeel van het hoogwaterproject Lob van Gennep is stopgezet omdat de benodigde dijkverlegging vertraging heeft opgelopen, waardoor de harde deadline van de Kaderrichtlijn Water (KRW) niet gehaald kan worden.
De aanleg van natuurgeulen in de uiterwaard was bedoeld om de ecologische waterkwaliteit van de Maas te verbeteren. Hierbij werd gekeken naar verschillende maatregelen, zoals een geul langs de rivier, geïsoleerde geulen en kwelgraslanden. Tijdens de planuitwerking bleek dat voldoende ruimte alleen kan ontstaan met een dijkverlegging die nog niet is uitgevoerd.
Het project maakte in juni 2024 de officiële stukken bekend, waaronder de kennisgeving van het voornemen en de participatie rond de KRW-maatregel in de Milsbeekse uiterwaard.
Vertraging dijkverlegging
In februari 2025 meldde het project dat de dijkverlegging meer tijd kost door gewijzigde stikstofregels en aanpassingen in het ontwerp. De planning voor de versterking en verplaatsing van de dijk is hierdoor verschoven.
Door deze vertraging kan de dijk naar verwachting pas in 2028 worden verlegd. Dat is te laat om de ecologische maatregelen nog binnen de KRW-termijn van 22 december 2027 uit te voeren. Het beschikbare budget wordt daarom besteed aan een KRW-project dat wel op tijd kan worden afgerond.
Mogelijkheden voor de toekomst
De minister van Infrastructuur en Waterstaat onderzoekt of de maatregel later kan worden opgenomen in het Stroomgebiedbeheerplan 2028-2033. Als het plan in de toekomst opnieuw wordt opgepakt, wordt de omgeving opnieuw betrokken bij de uitwerking.
De Kaderrichtlijn Water stelt bindende eisen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater in Europa. In Nederland is Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor grote rivieren zoals de Maas en voert het beleid uit in opdracht van de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Voorbeelden van KRW-maatregelen zijn natuurvriendelijke oevers, beekmondingen en uiterwaarden, waarmee verdwenen leefgebieden van vissen, waterplanten en kleine waterdieren worden hersteld. Het programma loopt tot eind 2027.