Studenten uit Mill en Ledeacker delen ervaringen na zorgstage in Filipijnen
LAND VAN CUIJK – Twee studenten verpleegkunde uit Mill en Ledeacker hebben tijdens een stageperiode van tweeënhalve maand in de Filipijnen kennisgemaakt met grote verschillen in zorgpraktijken en werkcultuur, variërend van beperkte middelen tot lange diensten en intensieve operaties.
Voorbereiding op de buitenlandstage
Lieze Uijen uit Mill en Isa Vollenberg uit Ledeacker volgden hun opleiding aan het ROC en kregen in het derde leerjaar de mogelijkheid om stage te lopen in het buitenland. In aanloop naar de reis kregen zij gedurende tien weken voorbereidende lessen. Daarin kwamen onder meer tropische ziekten, vaccinaties en communicatiemethoden met jonge patiënten aan bod. Daarnaast kregen zij uitleg van een verloskundige, omdat bevallingen en keizersneden veel voorkomen in het ziekenhuis waar zij stage liepen.
Werken in een zorgsysteem met beperkte middelen
Tijdens hun stage werden de studenten geconfronteerd met grote verschillen tussen Nederland en de Filipijnen. Uijen vertelt dat zij vooraf wist dat zij in een ontwikkelingsland terecht zou komen, maar niet had verwacht dat het verschil in beschikbare middelen zo groot zou zijn. Zo werd op de afdeling spoedeisende hulp een hartfilmpje gemaakt met een apparaat dat op een houten kastje stond en werkte met zuignapjes. Vollenberg merkte vooral op dat vrijwel alle overdrachten en patiëntgegevens met papieren mappen werden vastgelegd, terwijl in Nederland digitale systemen standaard zijn.
Communicatie en werkcultuur in het ziekenhuis
Volgens de studenten spreken zorgmedewerkers in de Filipijnen goed Engels, al reageren zij soms verlegen wanneer zij onzeker zijn over hun taalvaardigheid. De werkcultuur verschilt sterk van de Nederlandse situatie. Verpleegkundigen werken standaard diensten van twaalf uur en communiceren directer met patiënten. De studenten werden zelf vriendelijk ontvangen, mede doordat hun uiterlijk afweek van wat in het gebied gebruikelijk is.
Ervaringen op de afdelingen en bij operaties
De werkdagen liepen van zeven uur ’s ochtends tot drie uur ’s middags. De studenten rouleerden wekelijks tussen twee reguliere afdelingen en de spoedeisende hulp. Ze mochten meerdere operaties en keizersneden van dichtbij volgen. Daarbij stonden zij direct in de operatiekamer en mochten zij soms assisteren. De hygiëne was anders dan in Nederland en de hitte maakte het werken soms zwaar. Vollenberg vertelt dat zij tijdens een kleine operatie licht werd in het hoofd door de overgang van buitenwarmte naar koele airconditioning, maar dat collega’s haar direct hielpen.
Leefomstandigheden en contact met thuis
De studenten verbleven met z’n zevenen in een huis met beveiliging. Door het tijdsverschil konden zij vooral aan het einde van hun werkdag contact opnemen met familie. Voorafgaand aan de reis organiseerde de school een informatieavond voor ouders, waardoor zij elkaar konden leren kennen en gegevens uitwisselden. Tijdens het verblijf ontdekten de studenten de lokale omgeving, waar winkels op korte afstand te vinden waren maar verder vooral kleine huizen stonden. In de weekenden reisden zij naar andere eilanden om meer van het land te zien.
Dagelijks leven, voeding en gezondheid
Het eten bestond vooral uit rijst, soms drie keer per dag. Volgens Uijen was dat wennen, omdat zij vooraf geen rijst at. Er waren momenten waarop groepsleden buikklachten kregen, waarvoor soms een korte antibioticakuur nodig was. Verder werd veel vers fruit gegeten en werd het eten lokaal bereid, ondanks minder strikte hygiënenormen dan in Nederland.
Terugblik en advies voor toekomstige studenten
Uijen en Vollenberg kijken met waardering terug op hun stageperiode. Zij benadrukken dat de ervaring hen zowel persoonlijk als professioneel sterker heeft gemaakt. Tegelijkertijd noemen zij de hechte band die binnen de groep ontstond als een belangrijk onderdeel van de reis. Hun advies aan studenten die twijfelen over een stage in de Filipijnen is eensgezind: zij raden aan de kans te grijpen, omdat de opgedane ervaringen volgens hen uniek en blijvend waardevol zijn.