Imkerdag in Oeffelt: lokale imkers delen hun passie

Geplaatst op zondag 13 juli 2025 Gerjan Cluistra

OEFFELT – De imkers in Land van Cuijk bereiden zich voor op de landelijke open imkerijdagen 2025 van vandaag, met onder meer een open dag bij de bijenstal in Oeffelt. Imker Chris Raaijmakers deelt zijn kennis over het leven van bijen, honingproductie en het imkervak.

Klik hier voor audio

De open imkerijdag in Land van Cuijk vindt plaats bij De Vilt aan Krolhoek 2a in Oeffelt. Vandaag is de bijenstal geopend van 10:00 tot 16:00 uur. Bezoekers krijgen uitleg over alle aspecten van bijen, inclusief solitaire bijen, en kunnen honing proeven. Er is een bijenkast achter glas waar bezoekers veilig de bijen kunnen observeren. Daarnaast is er informatie over drachtplanten en is honing van lokale imkers te koop. Koffie en thee worden ook aangeboden.

Seizoenen en bloemen bepalen de honingproductie

Bijen verzamelen nectar en stuifmeel afhankelijk van het seizoen en welke bloemen bloeien. In het voorjaar zijn dat vooral appelbloesem, kersenbloesem en koolzaad. In de zomer zoeken bijen nectar bij klaver, kruiden, struiken en bomen. In de herfst zijn planten zoals asperge en klimop belangrijk. Bijen passen hun verzamelgedrag aan temperatuur en nectarproductie aan. Zo vliegen ze ’s ochtends vroeg op de bramen en stappen later over op de lindenboom. Bij warm weer houden bijen een rustpauze.

Volgens Raaijmakers “bepalen de bijen niet zelf wat ze gaan halen, de natuur stuurt dat. Ze vliegen ’s ochtends vroeg op de bramen, maar zodra het te warm wordt, zoeken ze een andere nectarbron.”

Honing smaakt anders per regio

De smaak van honing wordt vooral bepaald door de bloemen waar de bijen nectar van halen. Zelfs acaciahoning is volgens Raaijmakers “nooit honderd procent puur, omdat bijen ook andere planten bezoeken.” Door die verschillen in plantensoorten en de lokale natuur kan honing per regio een eigen smaak krijgen. Zo proef je bijvoorbeeld in Spanje de geur van sinaasappelbloesem terug, iets wat in Nederland niet voorkomt.

Imkeren is vakmanschap en passie

Imkeren vraagt uitgebreide kennis en ervaring, zegt Raaijmakers, die zelf al ruim 55 jaar actief is. Hij vergelijkt het houden van bijen niet met het houden van andere dieren: “Je moet echt veel leren en ervaring opdoen. Maar het mooiste is de rust die ik krijg als ik naar een bijenwolk kijk.” Het verenigingsleven speelt een belangrijke rol. Imkers helpen elkaar bij problemen en delen kennis via cursussen en lezingen. Ook kunnen leden gebruikmaken van gezamenlijke apparatuur, zoals een honingslinger.

Verschillende methoden en internationale contacten

Imkers over de hele wereld gebruiken verschillende soorten bijenkasten, van styropor en hout tot beton of natuurlijke boomstamkorven. Raaijmakers heeft ook contact met imkers in het buitenland en merkt dat “ook al spreken we soms verschillende talen, met handen en voeten begrijpen imkers elkaar altijd. De passie voor bijen is overal hetzelfde.” Tijdens eerdere Open Imkerijdagen kwamen bezoekers uit Amerika en Frankrijk langs om de lokale imkerij te bekijken.

Bijenkast open: een kijkje achter de schermen

Tijdens de open dag kunnen bezoekers een bijenkast van binnen bekijken. De honing wordt opgeslagen in raatjes die met wasdekseltjes zijn afgesloten. Bijen gebruiken een kleverige substantie, propolis, om de kast te ontsmetten en winddicht te maken. Binnenin houden bijen de temperatuur op ongeveer 37 graden, ook in koude winters, door hun vleugelspieren te laten trillen.

Bijen houden vol, ondanks weer en gevaar

Bijen blijven actief tot het laatste moment voordat bijvoorbeeld onweer losbarst. Raaijmakers vertelt dat “de bijen echt door gaan tot aan het gaatje. Zelfs als het gaat regenen, blijven ze vliegen zolang het kan.” Imkers letten op het gedrag van bijen en kunnen ingrijpen als het volk of de koningin tekenen van problemen vertoont.

Het interview met Chris Raaijmakers was eerder deze week te horen in het radioprogramma 'De Ochtendclub' van Omroep Land van Cuijk radio.

Terug naar nieuwsoverzicht