Vakmensen overvleugelen hbo’ers in Land van Cuijk
LAND VAN CUJK – In het Land van Cuijk is de meerderheid van de inwoners praktisch opgeleid, terwijl een aanzienlijk deel een theoretische vervolgopleiding volgde; een kleinere groep voltooide uitsluitend middelbaar of basisonderwijs. Dit blijkt uit een analyse van CBS-data door carrièreplatform cvster.nl.
De grootste groep in Land van Cuijk heeft een mbo-diploma op zak: 50,5 procent van de volwassen bevolking heeft een praktische beroepsopleiding afgerond. De op één na grootste categorie betreft theoretisch opgeleiden (hbo of wo), met 27,4 procent. Daarnaast voltooide 14,4 procent alleen de middelbare school en heeft 7,8 procent uitsluitend basisonderwijs doorlopen.
Landelijke en provinciale vergelijking
Landelijk beschikt 42 procent van de Nederlanders over een mbo-diploma. In Noord-Brabant ligt dat aandeel iets hoger: 43,8 procent van de inwoners volgde een praktische beroepsopleiding. Hiermee scoort Land van Cuijk met 50,5 procent ruim boven zowel het landelijke als het provinciale gemiddelde.
Mbo-instroom daalt
Uit CBS-cijfers blijkt dat het aandeel mbo-opleidingen onder alle nieuwe beroepsopleidingen (mbo, hbo en wo) daalde van 41,2 procent in 2014 naar 37,6 procent in 2024. In 2014 begonnen nog ruim 491.000 jongeren aan een mbo-traject; vorig jaar waren dat er bijna 15.000 minder. Deze krimp in instroom contrasteert met de sterke vraag naar vakmensen in bouw, techniek en zorg.
AI en beloning versterken mbo-positie
Hoewel scholieren steeds vaker voor hbo kiezen vanwege de maatschappelijke status, worden veel hbo-functies – administratief en beleidsmatig – vatbaar voor automatisering door kunstmatige intelligentie. “AI snijdt grote delen van kantoorwerk weg, terwijl vakmensen onmisbaar blijven,” aldus een woordvoerder van cvster.nl. Bovendien bieden technische branches zoals installatie- en elektrotechniek lonen van rond of boven € 3.500 bruto per maand, exclusief overuren of zzp-tarieven.
De cijfers onderstrepen het grote belang van het mbo voor Land van Cuijk en de provincie Noord-Brabant. De dalende instroom vormt een aandachtspunt voor onderwijs en arbeidsmarkt, nu de behoefte aan praktisch opgeleide professionals in de regio onverminderd hoog blijft.
